Herstel van vertrouwen

Gisteren hadden we de eerste gemeenteraadsvergadering na het zomerreces. Na het afscheid van Marian van den Berge en de voorzitter van de rekenkamer mocht de gemeenteraad zich uitspreken over de ontwikkeling van Zeezicht. Als je terugkijkt is het sentiment over Zeezicht in vijf weken tijd behoorlijk gekanteld. Dankzij de inzet van een actieve buurt is de gemeenteraad toch wat anders tegen de voorgenomen  ontwikkeling op de plek van de oude Zeilschool gaan kijken.

 

Aan het begin van de vergadering heb ik voorgesteld om het plan van de agenda te halen. De VVD wilde vooral vooruitkijken. Hoe gaan we buurt betrekken bij de ontwikkeling van deze locatie. En die discussie moet je niet willen belasten door een voorstel op tafel te laten liggen waar iedereen tegen is.

 

Want zeker is dat de buurt fel tegen het huidige plan is. Daar komt bij dat hele plan  financieel nog heel onzeker is en de angst is groot dat het zal leiden tot grote parkeerproblemen in de buurt.  Vorig jaar heeft het  college zelf een aantal randvoorwaarden geformuleerd: nautisch gerelateerde activiteiten, kleinschalige bebouwing, seizoensgebonden bewoning en het creëren van een invulling voor en door de buurt. Je kunt je afvragen of het huidige voorstel wel aan deze randvoorwaarden voldoet. En dan zeg ik het nog netjes.  Het college had al  aangegeven een pas op de plaats te willen maken.  Eerst met de buurt in gesprek. En dan een nieuw voorstel maken. Daarmee hadden ze al afstand genomen van het huidige plan. In ieder geval mentaal.

 

Behandeling van dit voorstel in de raad zou er hoogstwaarschijnlijk toe leiden dat het voorstel van het college unaniem zou worden afgewezen. Dat zou een unicum zijn volgens mij. Dat wilde ik het college besparen. Zeker ook omdat het college heeft aangegeven eerst met de buurt in gesprek te willen. En als we het voorstel toch zouden behandelen, dan zou dat hooguit ontaarden in een therapeutische sessie, waarin we om het hardst gaan roepen wat er allemaal niet deugt aan dit voorstel. Dat hadden we in de commissie al gedaan. Daar zit echt niemand op te wachten.

 

Een meerderheid van de raad was het eens met voorstel om het plan van de agenda te halen. Dat maakte de discussie overzichtelijk. Want iedere verwijzing naar het voorliggende plan kon snel worden afgehamerd. Daardoor moesten we met elkaar in gesprek over de vraag hoe we de participatie gaan inrichten. Er lagen twee moties, dat zijn een soort opdrachten aan het college, op tafel. Eén van de oppositie, en één van de coalitie. Die opdrachten verschilden zo weinig van elkaar, dat we er uiteindelijk in zijn geslaagd om er één opdracht van te maken.

 

Het college moet het geschonden vertrouwen met de buurt gaan herstellen. En samen met de buurt een nieuw plan gaan maken. Het zou me erg verbazen als we weer uitkomen op het oude plan, dat we gisteravond van tafel hebben gehaald. Het plan dat het college met de buurt gaat opstellen, gaan we vervolgens toetsen aan de randvoorwaarden die eerder zijn bepaald. Als we met elkaar van mening zijn dat dat een goed plan is, gaan we het vervolgens nog bekijken op financiële haalbaarheid en verkeerstechnische aspecten.

 

Kortom er is nog veel werk te doen. Maar ik ben ervan overtuigd dat we gisteren een belangrijke stap hebben gezet om de relatie tussen gemeente en buurt te herstellen. En dat was nodig om straks met elkaar tot een gezamenlijk gedragen plan te komen.