Wat wil de Raad met Rijsbergen?

Na zes rustige politieke weken gaat ook de politiek weer van start. We pakken de draad op waar we gebleven waren. Voor de zomervakantie hebben we als gemeenteraad groen licht gegeven voor een stevig investeringsprogramma in de openbare ruimte. Twee jaar geleden hebben wij als VVD, samen met de andere coalitiepartijen, het initiatief genomen om plannen te maken die ertoe moeten leiden dat we de achterstanden in de openbare ruimte gaan wegwerken. In november, als we de begroting voor het volgende jaar gaan vaststellen, wordt het geld hiervoor definitief beschikbaar gesteld. In de laatste vergadering voor de zomervakantie heeft een meerderheid van de gemeenteraad aangegeven dat we voor de laatste keer in de haven de asielopvang zullen toestaan. En misschien is de verleiding groot om na de verschrikkelijke gebeurtenis in Amsterdam  opnieuw aandacht te vragen voor de veiligheid rondom de plekken waar asielzoekers worden opgevangen. Maar ik voel er weinig voor om over de rug van het immense verdriet van ouders en grootouders politiek te gaan bedrijven. Laten we nu even met elkaar de rust bewaren. Al leert de situatie rondom het AZC in Baarn dat je ook te snel kunt wegkijken.

En dan is er nog een ander heet hangijzer dat de komende maanden de politieke agenda zal gaan bepalen: het Rijsbergenterrein. De regio heeft plannen om op dit terrein ons huisvuil over te slaan. Dat vindt nu nog elders in de regio plaats. Vanuit regionaal perspectief schijnt deze locatie een aantal voordelen te bieden. Ik heb al veel gezegd over de ronduit gebrekkige wijze waarop de buurt door de regio bij de planvoorbereiding is betrokken. En als ik me niet vergis leeft dat ongemak bij een breed deel in onze gemeenteraad.

Gelukkig hebben wij als gemeenteraad het laatste woord. Want er is zonder meer een bestemmingsplanwijziging voor nodig om dit mogelijk te maken. En de gemeenteraad moet besluiten over de wijziging van zo’n bestemmingsplan. En daar wringt tegelijkertijd de schoen. Ondanks het massale verzet van de buurt heb ik tussen mijn collega’s in de gemeenteraad nog weinig uitgesproken voorstanders en uitgesproken tegenstanders kunnen ontwaren. En dezelfde verlegenheid heeft zich ook van mij meester gemaakt.

Nog geen vier jaar geleden, in december 2021,  is hierover in de vorige gemeenteraad gesproken. Ik maakte daar zelf geen deel van uit en ik moet het doen met de krantenberichten van toen. Op basis van raadsvragen naar aanleiding van het vertrek van de kalkzandsteenfabriek  heeft het college toen aangegeven dat de bestemming zware industrie op het terrein blijft rusten. Naar mijn weten heeft de gemeenteraad daar toen kennis van genomen. Geen debat, geen expliciete afweging tussen verschillende alternatieven: continuering van de huidige situatie.

Het gebeurt in onze raad wel vaker dat we pas gaan nadenken over wat we met een bepaalde plek in het dorp willen, als er al een plan voorligt. Dat leidt soms tot verwarrende discussies. Het is natuurlijk zuiverder dat je eerst nadenkt over de vraag welke ontwikkeling je wenselijk vindt, en vervolgens de plannen die er liggen daaraan toetst. Omgekeerd gaat de soep namelijk wel heel erg door de yoghurt lopen.

En hoe langer ik er over nadenk, des te meer raak ik er van overtuigd dat het beter is dat de raad gaat nadenken over de vraag hoe we aankijken tegen de ontwikkeling van het Rijsbergenterrein. Los van de voorstellen die er nu liggen. Natuur, wonen, werkgelegenheid: iedere variant kent zijn beperkingen. Welk kostenplaatje zit er aan de natuurontwikkeling? Is het überhaupt mogelijk om op dit terrein woningen te bouwen? Welke werkgelegenheid willen we voor Huizen behouden? Of heeft de raad vier jaar geleden uit volle overtuiging ingestemd met de mededeling dat het terrein bestemd blijft voor zware werkgelegenheid en staan we daar nog steeds achter?  Als we die vragen hebben beantwoord kunnen we vervolgens de plannen daaraan toetsen. Als volksvertegenwoordiger kun je dan ook beter uitleggen aan betrokkenen welke afweging je hebt gemaakt.

Dat zou dan wel betekenen dat de plannen van de regio voorlopig even de ijskast in kunnen en dat ze even een pas op de plaats moeten maken met het participatietraject. Maar alles beter dan nog een jaar zo voortmodderen en vervolgens tot de conclusie komen dat we het uiteindelijk toch niet willen.

Maar misschien heb ik het wel helemaal mis en heeft de vakantieperiode bij mijn collega’s in de raad  wel zijn zegenrijke werk gedaan en heeft iedereen inmiddels duidelijke opvattingen over de vraag wat de meest gewenste ontwikkeling is van het Rijsbergenterrein en of de plannen van de regio daar in passen. Maar als dat het geval is, dan moeten de fracties ook snel hom of kuit geven. Daar hebben zowel de buurtbewoners als de regio recht op. We gaan weer aan de slag!