Of ik heb voorspellende gaven, of mijn blogs worden goed
gelezen, of er is sprake van toeval. Ongeveer twee weken geleden schreef ik in
mijn blog over de plannen van de regio over het Rijsbergenterrein en hoe de
regio aan zet is om het vertrouwen van de buurt weer te gaan herwinnen. Een
paar dagen later kregen we de mededeling dat de regio nog geen beslissing gaat nemen
over de aankoop, maar dat ze eerst met de buurt in gesprek willen.
Natuurlijk zijn de plannen daarmee niet van tafel. Dat zou
ook naïef zijn om te veronderstellen. Bovendien is in december 2021, in de
vorige raadsperiode, in de raad nog gesproken over de bestemming van dit
terrein. Ik maakte toen zelf geen onderdeel uit van de gemeenteraad. Maar als
ik de berichtgeving in De Gooi- en Eemlander van destijds moet geloven heeft
geen enkele fractie erop aangedrongen om de bestemming van het terrein maar te
wijzigen. Dat er nu voorstellen worden uitgewerkt die in lijn liggen met de
huidige bestemming, zou niemand moeten verbazen. Dat laat onverlet dat de regio in dit dossier met
10-0 achterstaat.
De inbreng van Lisette Spork, namens de omwonenden, tijdens
de commissievergadering van vorige week heeft indruk gemaakt. Ik moest het
terugkijken, want ik was pas later die avond aanwezig. Maar ook de collega-raadsleden
die wel live aanwezig waren, waren onder de indruk. Stevige woorden richting de
wethouder als bestuurlijk trekker van de regio, maar ook een uitgestoken hand
naar de initiatiefnemers en de gemeente. Het is een flinke balanceeract om die
verschillende perspectieven in één verhaal te verbinden. Maar zij slaagde daar
wonderwel in.
De regio doet er goed aan om die uitgestoken hand te
honoreren met een degelijk participatieproces. Dat gaat echt verder dan een
houding van: “we leggen het u nog één keer uit”. Eerlijk gezegd: ik ben daar nog niet gerust
op. De regio heeft zich op dit punt nog niet van zijn beste kant laten zien. En
dan zeg ik het nog heel diplomatiek. Wat dit betreft zullen we als raad kort op de bal moeten zitten. Van alle kanten
zullen we moeten aandringen op een proces waarin de inbreng van de
belanghebbenden er toe doet en geen wassen neus is.
Het kan toch niet zo zijn dat wanneer een parochiebestuur,
dat uit vrijwilligers bestaat, andere plannen heeft met een kerkgebouw flink de
maat wordt genomen als het gaat om de kwaliteit van het participatieproces,
terwijl tegelijkertijd een overheidsorganisatie als onze regionale Afvalstoffendienst
zijn plannen achter de tekentafel kan voorbereiden en als een voldongen feit
over de buurt kan uitstorten.